In dit artikel presenteren we een model dat huizenprijzen koppelt aan de grootte van een stad en de verwachte toekomstige groei van de vraag naar woningen. Het model biedt een verklaring voor de meest recente huizenbubbel in de Verenigde Staten. We tonen voor steden in de Verenigde Staten aan dat de luchtbel samenhangt met de (onrealistische) toename van de verwachte groei in stedelijke vraag, welke weer werd gevoed door de beschikbaarheid van krediet. Onze analyses bevestigen bovendien dat het model een betere verklaring voor de recente luchtbel geeft dan een inelastisch huizenaanbod, dat eerdere luchtbellen adequaat leek te verklaren. De Nederlandse situatie laat zich veel minder eenduidig vatten in een dergelijk model. Oorzaken daarvoor zijn de policentrische stedelijke structuur en meer stabiele woonlasten door de jaren heen.